De vaste lezer van deze recepten weet inmiddels dat de beste recepten de dag nadat je iets gekookt hebt ontstaan. Zeebaars in de oven eet ik graag, zo ook laatst weer en ik deed er lekker veel groente uit de oven bij.
De koppen, graat en huid van de vis gooide ik natuurlijk niet weg. En zeker niet al het afsnijsel van wortel, venkel, uit, courgette. Nee, alles ging in een pan met water en liet ik een uur lang zachtjes koken. Wat zout en een kruidenbuideltje erbij en voilá, een basis visbouillon was het resultaat.
Verse visbouillon, niet te sterk, maar wel heel geurig en smaakvol, precies goed voor een risotto.
Risotto dus. Oftwel 45 minuten lang bij je fornuis blijven staan. Daar gaat het uiteindelijk om.
Dus:
- Uitje zachtjes fruiten (duurt al 10 minuten)
- Arborio rijst toevoegen (Riso Gallo van AH is prima)
- Flink roeren, zodat niet aankoekt maar je moet de rijst wel horen kraken
- Blussen met wat citroensap of een glas droge witte wijn
- Weer flink roeren, roeren is het sleutelwoord
- En blijven roeren
- En nu kopje voor kopje de bouillon toevoegen
- En weer roeren (raar woord eigenlijk, roeren)
- Steeds op het punt laten komen dat de risotto bijna gaat aankoeken en weer 'redden' door een kopje bouillon toe te voegen (ipv een soeplepel, gebruik ik een mok, handig met een groot oor)
- Wanneer de risotto 'al dente' is, dus echt nog wel beetje met een bite van binnen, dat je denkt hij moet nog even, en je hebt er ongeveer een liter bouillon doorheen gejaagd, dan haal je hem van het vuur en laat je het 5min rusten.
- Doorroeren (eventueel met klontje boter of scheutje olijfolie, en bij andere varianten zonder vis flink wat Parmigiano) en serveren
- Serveren met verse Hollandse Garnalen en vers gemalen peterselie
- Eet smakelijk
