Krabbetjes

Al bijna een jaar heeft het Overbetuwse Zetten een nieuwe slagerij. Nee pardon, een Vleeschhouwerij!
Na de teleurstelling van Slagerij Joosten, dat eigenlijk gewoon het winkeltje was van een veebedrijf en daar wat ingevroren pakjes vlees verkocht met een aanbod schaarser dan de lokale supermarkt durfde ik eerst niet naar deze nieuwe slagerij. In dit dorp, een Vleeschhouwer?
Was ik er maar eerder heen gegaan. Ik kwam er voor de grove leverworst. Verslaafd aan Utregse Vocking worst zoek ik toch altijd bijzondere leverworsten waar ik een ambachtelijke slager tegen kom. En leverworst past prima in mijn paleo dieet, want ja aanstaande zomer moet de Sundek wel weer passen. Maar al het ambacht dat ik tot nu toe ben tegen gekomen viel in het niet bij het binnenwandelen van deze winkel.
De leverworst van de Vleeschhouwerij heeft een pittige smaak, een zoete zwarte peper, met stevige bite en qua structuur perfect in balans. Boordevol lever en spek, is de kleur prachtig en in tegenstelling tot de leverworst uit Elst is het niet een over the top paté in worstvorm maar een echte grove leverworst.
Maar ik was dus al verkocht bij het binnenlopen van de Vleeschhouwerij. Er lag daar een half varken, heerlijk te liggen als een Pasja die in de schaduw een dutje doet terwijl de rest hard werkt.
Een wat groter varken, een lokaal varken. Iets ouder en iets vetter, bijna alleen maar gevoed met graan. Zal best. Elke verhaal zou totaal niet aankomen. Co2 neutraal, lokaal varken, whatever. Wat lag dat varken daar toch mooi te wezen!
Oh ja, wat moest ik ook al weer hebben? Leverworst! Nou doe dan ook maar twee karbonades van dat mooie dier. Of drie, want dan doe ik er een door de erwtensoep. 'Ga je erwtensoep maken?' vroeg de jonge enthousiaste slager die vertelde dat hij zich pas in de zaak had ingekocht. 'Dan zijn krabbetjes er doorheen veel lekkerder'. Ach en wee, krabbetjes. Wie verkoopt die nog? Sterker nog, wie snijdt ze á la minute voor je uit waar je bij staat?
Ik waande me in paradijs tussen blije biggen. Achter mij hingen nog twee halve bijna volwassen kalveren te rijpen in een rijpingskast. Ik zag verse worst, en een achterham zo mooi babyroze. En de entrecotes waren vuurrood en wacht... Proeven, ik wilde alles proeven... Er kwamen geen hele zinnen meer uit. Al zou het al een kunst geweest zijn om de spraakwaterval van de jonge slager te doorbreken. Wat een liefde voor het vak, wat een kunde. Hup, met een zaag sneed hij de krabbetjes voor mij uit.
Ik wilde nog vertellen over de slagers uit Italië, over de herkomst traceerbaar enzo, over de verse worsten die mijn ex-schoonvader nog regelmatig op stuurt... Nee, het maakte allemaal niet meer uit. Ik had krabbetjes. Zo'n arm en vergeten deel, maar met zoveel smaak. Ik zag het al uren op het vuur staan. Ik heb krabbetjes, ik heb krabbetjes!

Hulde aan deze Vleeschhouwer.

Volg deze slager op Twitter of op Facebook

Erwtensoep update:
Wie wil er nu nog spek in de erwtensoep?



Homepage